Het wettelijk pensioen van een zelfstandige is beperkt. Gelukkig kan je zelf in een extra appeltje voor de dorst voorzien.
Hoe wordt je pensioen als zelfstandige berekend?
Je pensioen wordt berekend op basis van verschillende zaken: je beroepsloopbaan, je beroepsinkomsten en je betaalde sociale bijdrage. Ook je gezinssituatie speelt een rol in de berekening.
Daarnaast bestaat er nog een verschil tussen het minimum en het proportionele pensioen. Elke zelfstandige die minstens 30 jaar werkte, heeft recht op het gewaarborgde minimumpensioen. Of je het volledige bedrag krijgt of een deel ervan, hangt af van de lengte van je loopbaan.
Het proportioneel pensioen is dan weer het pensioen waarvoor je doorheen je loopbaan als zelfstandige spaarde. Er wordt steeds berekend welk van de twee het voordeligst uitkomt en het is dan ook dit bedrag dat je zal ontvangen.
Hoe kan je voor een extraatje zorgen?
Dit neemt niet weg dat je pensioen als zelfstandige doorgaans heel wat lager ligt dan dat van werknemers of ambtenaren. Gelukkig bestaan er heel wat mogelijkheden om je pensioen te vergroten.
Een populaire optie is het Vrij Pensioen voor Zelfstandigen, of kortweg VAPZ. Hiermee kan je op een fiscaal voordelige manier een aardig centje bij elkaar sparen. Kies je voor een Sociaal VAPZ, dan kan je bovendien rekenen op extra voordelen, zoals een aanvullende vergoeding bij ernstige ziekte of een premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid.
Heb je nog wat budget over, dan kan je het (S)VAPZ zelfs combineren met een IPT, een POZ of een andere pensioenspaarformule zoals het Toppensioen-Pensioensparen.